André Kruysen


Cruciaal voor het werk van André Kruysen (Den Haag 1967) is een ervaring die hij in zijn jeugd had bij de rots Vedra (Ibiza). Tijdens het duiken kwam hij in een grot terecht. De magie die daar heerste heeft hij op geen enkele andere plek teruggevonden. Daarnaast is zijn interesse van belang voor architect / kunstenaars als Le Corbusier, Struycken en Schwitters. De eerste twee vanwege hun streven naar pure vorm, kleuren (ruimtelijke) verhoudingen, de laatste door zijn antikunst.

Quotes:

Lao Tse's boomhut 2

Mijn complexere en chaotische vormentaal van de laatste jaren komt voort uit de steeds ingewikkelder wordende (beeld)cultuur waarin we leven. Het zoeken naar een persoonlijk evenwicht daarin vindt z’n vorm in mijn werk.’
quotes1
Temidden van mijn verstorende ruimtelijke ingrepen zoek ik verstilling; de verstilling die optreedt door de sacrale werking van het daglicht. Deze tegenstrijdigheid staat aan de basis van mijn sculpturen.’

André Kruysen (1967) woont en werkt in Den Haag. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag en aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hij werkte als assistent-ontwerper mee aan verschillende projecten van het architectenbureau Metropolis III en werd in 1998 onderscheiden met de Charlotte van Pallandt-prijs. In 2011 ontving hij de Ouborgprijs, de prestigieuze Haagse stadsprijs voor beeldende kunst. André is curator Beeldengalerij P.Struijcken/Stroom in Den Haag en docent Sculptuur aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) te Den Haag. Zijn beelden staan in tal van Nederlandse steden. Onlangs heeft hij het beeld ’Boom der Vrijheid’ voltooid in opdracht van de gemeente Apeldoorn, in het kader van 75 jaar bevrijding (zie verder).

Website André Kruysen

TAOP

y. flyr-600x828
The Act of Painting (TAOP) is a dynamic and international collective of artists organizing
shows all over the world. With each show, TAOP seeks a city-specific connection. Local
artists are invited to participate and thinkers, scientists and curators are asked to reflect on the
work shown.

Met dank aan Raymond Cuijpers, één van de initiatiefnemers van TAOP, voor het plaatsen van zijn interview met André Kruysen.

Het hele interview is te lezen aan het eind, via een link.

RAYMOND CUIJPERS INTERVIEWT ANDRÉ KRUYSEN

Varen om een berg

Inleiding
Staand voor een gesloten deur van NEST, een tentoonstellingsruimte In Den Haag, bel ik André. ‘Ik zie je staan,’ zegt hij. En hij steekt zijn arm omhoog vanuit een raam hoog in het gebouw, dat vol zit met ateliers. Terwijl ik op hem wacht denk ik aan het werk dat hij op de Rijksakademie maakte, grote lemen wanden met curves, convexe en concave vormen, die het licht vingen en richting gaven. Hij had het over Le Corbusier en pakte ruimtes groots aan. Tijdens een trip naar Istanbul struinde ik een dag lang met hem door de stad, we bezochten moskeeën, André had het over het licht, ik had er geen oog voor en zocht naar het stadion van Besiktas. Na die periode op de Rijks heb ik hem niet meer gezien.

 Atelier

André doet de deur open, we omhelzen. Ik bekijk zijn gezicht, zijn ogen die vergroot worden door een bril met donker montuur, het ietwat grove gelaat met een grote moedervlek en zijn zwarte halflange krullen die grijze punten vertonen. Van twintigers zijn we veertigers geworden. Door lange gangen met gesloten deuren, die veel aan de Rijksakademie doen denken, lopen we naar zijn atelier. Een langwerpig lokaal met hoge wanden waar veel licht binnenvalt. Aan een wand hangen planken met daarop de sculpturen in klei en hout die ik ken uit het boek dat hoort bij de Ouborgprijs die André in 2011 ontving.

2. Studio André KruysenStudio André

Bij het raam staat een sculptuur waarin een boomtak is verwerkt en achterin het atelier staan twee fauteuils en een tafeltje, naast een rek met modellen voor grote werken. We gaan zitten en praten wat over onze periode op de Rijks, we komen tot de conclusie dat we van geen specifieke begeleider echt iets hebben opgestoken, maar dat het feit dat er zoveel kunstenaars bij elkaar kwamen een goeie energie gaf.

3. Publicatie Stroom Ouborgprijs Den Haag 4.uit Publicatie Ouborgprijs Stroom Den Haag

RC
In je boek staat een mooi verhaal over twee rotsen in zee waar je in de zomervakanties van je jeugd op uit keek. Je hebt daar een prachtige metafoor voor beeldhouwen gevonden in de beschrijving van de verandering wanneer je de eilandjes per boot bezoekt en naar de top van en van die rotsen klimt. Het varen langs de eilanden en hoe daardoor de ruimte en de beleving van de ruimte veranderd is het maken van een ruimtelijk werk, je laat de ruimte veranderen, geeft het vorm en tegelijkertijd vang je het licht. Bij jouw sculpturen krijgt het licht richting. Je sculpturen lijken puur intuïtief tot stand te komen, klopt dit of maak je eerst voorstudies?

5.theprojectionproject
The projection project, Installation view MuHKA. 2006/2007 André Kruysen

AK
Mijn vrijstaande sculpturen ontstaan inderdaad vaak intuïtief. Wel heb ik vaak al een soort oervorm basisvorm) van het werk in gedachten van waaruit ik begin. Soms is dat een enkelvoudige beweging opwaarts of een implosie of een specifiek evenwicht tussen een of meerdere vormen. Een enkel keer heb ik een tekeningetje of een aquarel die aan de basis staat met een gestalte erop die ik probeer in beeld om te vormen.
RC
Een verschil met je grote ruimtelijke installaties en je kleinere (gekleurde) wandsculpturen is denk ik dat de grote installaties na de tentoonstelling afgebroken worden, verdwijnen, alleen de documentatie rest en je kleine sculpturen blijven bestaan. Is er daardoor ook ene verschil in benadering, ga je losser om met die kleine dingen? En laat je daardoor ook meer toe?
AK
In een kleinere schaal is natuurlijk veel meer mogelijk. En laat je vanzelf al veel meer toe. Je hoeft nl. nooit een vertaalslag te maken. What you see is what you get, zeg maar. Het grootste verschil is natuurlijk de werking van de zwaartekracht. Ik kan in een klein werkje een fragiel evenwicht bereiken in een bouwseltje van balsahout met wat lijm ertussen. Dat in het groot uitvoeren is vaak lastig, soms onmogelijk maar bovenal zou het kunnen uitdraaien op het domweg oplossen van een probleem, een kunstje zeg maar. Kijk eens wat knap hoe dat balanceert, hoe krijgt’ ie het voor elkaar?! Daar gaat beeldhouwkunst in essentie natuurlijk niet over. Een merkwaardig fenomeen bij mijn werk is dat ik vele malen langer doe over een klein zelfstandig sculptuur dan over een groot site specific werk. Een ontwerp voor een groot werk kan soms in een paar weken ontstaan, terwijl een klein werk er soms jaren over doet om z’n eindvorm te bereiken. Dat zit hem al in de naam ”Zelfstandig sculptuur”. Het beeld moet zijn eigen wetten nog zien te definiëren. Dat duurt soms eindeloos, terwijl het “site specific” werk al een uitgangspunt heeft: de omringende architectuur. Dat werk zal altijd in de eerste plaats een fysieke beleving worden.

a5.closeenough
Close Enough

RC
Wanneer en waarom ben je begonnen met schilderen (want zo zie ik je wandsculpturen toch wel, als ruimtelijk schilderijen) en heeft dat je ruimtelijke blik beïnvloed?
AK
Ik ben eigenlijk begonnen te schilderen toen ik mijn wanden een andere kleur wilde geven dan de omringende architectuur. Ik deed dat bijna alleen met gefilterd en gereflecteerd licht dat op een natuurlijke manier in mijn installaties werd verwerkt. Kleine proeven werden daarna autonome sculpturen, zeker toen ik met olieverf begon te werken.

6. masker
Masker (…) 2013, André Kruysen

RC
Een van de basisprincipes van The Act of Painting is dat het werk ontstaat door het te maken, in het maakproces ligt een groot deel van de betekenis opgesloten. Als maker ben je een dynamisch oog: je neemt waar en maakt tegelijkertijd deel uit van hetgeen je waarneemt, de verandering die als maker aanbrengt in hetgeen je maakt heeft weer invloed op de volgende handeling of ingreep die je in je werk doet, je reageert op je eigen handeling, stuurt die en corrigeert en zo ontstaat uiteindelijk een gedifferentieerd beeld dat je van te voren nooit had kunnen bedenken of zelfs maar had kunnen bevatten. In het maken zit het weten, het begrijpen, denken en handelen vallen samen. Ik zie dat in jouw werk zeker, het organische, het groeiende en ook het deformerende. Hoe zou jij het maken van een werk beschrijven?
AK
Ik vind dit een hele goede omschrijving van hoe ik te werk ga. Daar heb ik niet veel aan toe te voegen. Soms heb ik wel van tevoren een gestalte in mijn geestesoog (om maar eens een mooi woord te gebruiken). Daar werk ik dan naartoe, maar vaak komt er inderdaad iets heel anders uit, volgens de door jou omschreven werkwijze.

a2.zonder_titel_01
Zonder titel

RC
Hoe wil jij je verhouden tot de geschiedenis? Richard Tuttle, Robert Rauschenberg, maar ook klassieke beeldhouwers als Henry Moore, Jean Arp, Alexander Calder misschien?
AK
Ik zou zeggen dat mijn artistieke familie bestaat uit (onder vele andere!): Kurt Schwitters (decompositie), Joseph Beuys (natuur, mens), Per Kirkeby, Le Corbusier (licht, sculptuur, architectuur), Morandi (verstilling/licht/kleur). Ook de oude knakkers als Michelangelo en Rembrandt zijn me zeer dierbaar evenals niet westerse “kunst” als Dogon sculpturen en beelden uit de Zuidzee eilanden (het theatrale en archaïsche, losstaand van de Westerse denkbeelden).
Lao Tse's boomhut-b
Lao Tse’s boomhut II en III

RC
Ik weet nog van de Rijks dat je gek was van Le Corbusier. Je hebt ook architecturale projecten gedaan, weer een andere manier van denken, lijkt me. Of kun je een gebouw hetzelfde benaderen als een sculptuur of als een schilderij?
AK
Je kan alles als schilder- of beeldhouwkunst benaderen. Het ligt er maar aan wat voor een standpunt je inneemt. Soms letterlijk. Een boom kan je als een kleurenpalet ontleden of als een constellatie van massa versus tussenruimte of als een biotoop. Zo kan je ook een gebouw of de architectuur in het algemeen van honderd verschillende standpunten benaderen. Het verschil tussen sculptuur en architectuur boeit me dus niet zo. Het is uiteraard duidelijk dat een architect aan een programma van eisen moet voldoen waar een kunstenaar zich niet toe hoeft te verhouden. Dat is het enige wezenlijke verschil tussen mij en een architect.

8. Z.T. (Fallen Waterdscf1031
Fallen water 170x85x87cm – hout, karton, paperclay, olieverf 2014, André Kruysen

RC
Jij bent niet een beeldhouwer in de klassieke zin, je kapt over het algemeen niet iets uit een blok hout of uit ene brok steen, jouw sculpturen groeien, je voegt net als bij het schilderen steeds iets toe, daarbij zie je steeds alles wat je toevoegt (bij het schilderen kun je dingen weg schilderen). Hoe maak jij je sculptuur ‘kapot’ om er verder aan te kunnen werken? Of doe je dat niet?
AK
Ik maak wel degelijk sculpturen kapot. (Ook in mijn ontwerpen trouwens!). De sculptuur moet zich kenbaar aan me maken en niet al van tevoren bekend zijn. Ik blijf formeren en deformeren totdat het sculptuur zich uit mijn handen heeft vrijgemaakt zeg maar. (Je schildert jezelf uit het doek, zei Willem de Kooning). Ik snijd letterlijk het beeld aan stukken en zet het opnieuw in elkaar. Draai het binnenstebuiten, zet het op z’n kop, You name it. Alles om aan het vooronderstelde idee te ontkomen en een eigen proces op gang te brengen zonder vooronderstellingen. Het kan overigens ook best zijn dat een beeld na een lange omweg terugkomt op zijn beginvorm, maar dan heeft hij dat proces ook doorgemaakt. Er moet een wankel evenwicht zijn tussen vormwording en vormverlies in het beeld. Een stollingsmoment als het ware. Dit is heel goed te zien in mijn beeld “Rondanini” voor de Beeldengallerij van Peter Struycken. Ik snijd ook wel degelijk beelden uit 1 blok klei. Daar voeg ik niets aan toe. Die belanden het meest van allemaal in de recycle bak. Dat moet in een keer goed gaan namelijk.

e.rondanini2
E. Rondanini

RC
Nog iets anders dat daarmee te maken heeft misschien, een kwestie waar ik lang mee bezig ben geweest is het formaat: in een groot doek verdwijn je fysiek, tijdens het schilderen heb je een lichamelijke relatie met het doek en uiteindelijk tijdens het kijken ook, terwijl je bij een klein doek meer buiten het schilderij staat, er meer een intellectuele verhouding mee hebt. In die zin vond ik de grote formaten zelfs menselijker, meer de menselijke verhoudingen hebben zeg maar. Is de
AK
Ja de grote werken zijn meer fysiek qua beleving, maar de kleine niet minder fysiek qua ontstaan. Daarin zijn ze geheel fysiek bijna. Wat de keuze voor klein werk betreft is dat vaak meer uit praktische overweging. Drie grotere werken en mijn atelier staat vol.

Zie complete interview hier

9. Z.T. (Fallen Water)
Fallen water 170x85x87cm – hout, karton, paperclay, olieverf 2014, André Kruysen – © 2020 The Act of Painting – TAOP

André krijgt de opdracht van de gemeente Apeldoorn om een kunstwerk te maken in het kader van 75 jaar bevrijding. Ter gelegenheid van dit jubileum werd op 17 april j.l het kunstwerk ‘Boom der Vrijheid’ van André Kruysen onthuld. Vanwege het coronavirus is de publieke en feestelijke onthulling uitgesteld tot nader datum. Het Apeldoorns Centrum Eigentijdse Cultuur (ACEC) is organisator van het kunstwerk. Artistiek leider van ACEC, Jasper van der Graaf, sprak de kunstenaar achter het werk.
De foto’s zijn van fotograaf Gerard Oltmans.

Externe Links

a6.Foto AK van Gerard Oltmans

De boom der vrijheid
Artikel Jasper van der Graaf, foto’s Gerard Oltmans

Kunstenaar in beeld
Blogger en verslaggeefster Amrutha Mol interviewt André Kruysen

Ketoprak
Video Indisch DNA Museum Apeldoorn 2015 Ketoprak (Toorop/Sukarno)
By Tiong Ang & André Kruysen; featuring Mark Kremer (performance, voice, drums)
Vimeo-videofilm ‘Ketoprak’ van André Kruysen en kunstenaar Tiong Ang,
werk in het kader van de groepstentoonstelling Indisch DNA 2015, museum CODA Apeldoorn. Curator Frans Leidelmeijer.

Werken van André
Diverse werken van André Kruysen

The act of painting
A dynamic and international collective of artists organizing shows all over the world

CV André Kruysen

Download CV

Met dank aan Raymond Cuijpers, TAOP; Jasper van der Graaf, artistiek leider ACEC, Apeldoorn; Amrutha Mol, verslaggeefster Apeldoorn Direct en fotograaf Gerard Oltmans.