Beatrijs van Rheeden

Beatrijs van Rheeden

Beatrijs van Rheeden (geboren in 1965 te Groningen) is een internationaal georiënteerde beeldend kunstenaar en keramiste. Zij volgde van 1984 tot 1989 de eerstegraads lerarenopleiding handvaardigheid met als specialisatie keramiek, aan de Academie voor Beeldende Kunsten Minerva te Groningen en van 1988 tot 1989 de opleiding monumentale keramiek aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Kampen. Verder behaalde zij een master degree keramiek aan de Academie voor Toegepaste Kunsten te Boedapest.

Ze werkt hoofdzakelijk met porselein – een materiaal dat haar uitdaagt en inspireert – en ontwikkelt haar concepten met abstracte vormen, ritmische patronen en herhalende elementen die duidelijk verwijzen naar de moderne kunst van de 20e eeuw in Nederland.

In de loop van haar carrière heeft Beatrijs van Rheeden zich zowel nationaal als internationaal bewezen met talloze solotentoonstellingen en groupexposities. Een belangrijke mijlpaal was het winnen van de eerste prijs op de Europese Keramiek Prijs in Hoehr-Grenzhausen in 2009. Daarnaast werd haar werk in 2018 geselecteerd voor een grootschalige tentoonstelling in Icheon, Zuid-Korea. Naast het creëren van indrukwekkende porseleinen werken – waaronder installaties die vaak in meerdere delen worden opgebouwd – geeft ze ook les op diverse kunstcentra in Nederland en verzorgt ze workshops, vooral in Duitsland. Deze combinatie van actief kunstenaarschap en overdracht van kennis beklemtoont haar toewijding aan zowel het ambacht als de artistieke vernieuwing in keramiek.

Keramion, 2009

Volgens haar is in haar werk geen sprake van typisch Indische kenmerken en ook speelt het Indisch-zijn geen rol. Van gevoelde dualiteit is eveneens geen sprake. “Ik voel persoonlijk geen dualiteit, omdat mijn vader in 1946, toen hij negen jaar oud was, naar Nederland kwam en is opgegroeid in een Nederlands pleeggezin. Zijn Indische identiteit is daarmee zo goed als verdwenen. Zo heeft hij zijn Indisch-zijn ook niet kunnen overdragen aan zijn kinderen”.

Wel maakte Beatrijs van Rheeden een reis naar Indonesië. “In 1989 ben ik met het hele gezin op reis geweest naar Indonesië, met name Java. Daar hebben we de plekken van geboorte en vroege jeugd van mijn vader opgezocht en ook de plantage waar mijn opa werkte. Ook zochten we het graf op waar mijn opa ligt, die omkwam in het strafkamp waar krijgsgevangenen moesten werken aan de brug over de rivier Kwai in Thailand. Ik was onder de indruk van de oude tempels die we bezochten. Een aantal jaren later, in 1993, kwamen deze indrukken tot uiting in mijn werk, namelijk in de serie ‘Candi’s’.

Over de toekomst van de derde generatie Indische beeldend kunstenaars: “Ik zie mijzelf als tweede generatie Indisch. De invloed hiervan op mijn leven is niet groot. Ik voel mij niet sterk verbonden met Indonesië of de Indische cultuur, maar toch is er wel degelijk een bewustzijn van verbondenheid.

Omdat mijn vader cultureel niet Indisch is, ben ik dat ook niet, ook niet half, en is er geen sprake van dualiteit. Mijn vaders dualiteit en die van zijn zuster, en ook die van enkele andere Indo’s die ik ken, is zeer uitgesproken en mij wel bekend, maar het is niet van mij. Maar mijn getuigenis van een hele generatie Indo’s die worstelen met die dualiteit en pijn hebben wel degelijk invloed. Het verdriet van mijn vader draag ik met me mee.

Mijn werk ontstaat intuïtief, in een langdurig proces van zelfontdekking, en is dus vooral een expressie van wat er in mij leeft en niet zozeer iets waarmee ik mij heel bewust bezighoud.
Als ik naar mijzelf en collega’s kijk, denk ik dat de tweede generatie toch veel van de dualiteit en het oude zeer van hun ouders meenemen. Dit bewustzijn kan ons zeker verrijken in hoe we de wereld zien.

Video Op het scherp van de snede

  

CV Beatrijs van Rheeden

Voor meer informatie het werk van Beatrijs van Rheeden, zie:
Website Beatrijs van Rheeden
Galerie voor hedendaagse keramiek, Terra Delft
International Academy of ceramics, Geneva

Insatllatie Delft 2003, Materiaal: porcelein