Eliza Bordeaux



Eliza Bordeaux (1992) is documentair kunstfotograaf en gebruikt het medium fotografie om op onderzoekende en spelende wijze meer inzicht te krijgen over de maatschappelijke betekenis van cultuurverschijnselen. Door zowel de feiten als persoonlijke belevingen van mensen in het proces mee te nemen, visualiseert zij de invloed die grotere (vaak door boven opgelegde) sociaal- economische keuzes op het persoonlijke en intieme leven kunnen hebben. Ontdekkingen worden gedeeld door experimentele fotowerken die doordrenkt zijn met symboliek. De afgelopen 6 jaar heeft zij zich intensief bezig gehouden met visueel onderzoek naar de invloed die het Nederlands koloniale verleden (en haar beeldvorming) in Indonesië op de huidige Indische gemeenschap in Nederland heeft.

Eliza Bordeaux heeft een aantal opleidingen gevolgd:
2013-2018 BA Fine Art Photography WDKA Fine Arts Rotterdam
2012-2013 HKU Fine Arts Utrecht
2011-2012 Marriage Of The Arts DTS YWAM Deutschland | China

In 2010 heeft ze een jaar Psychologie gestudeerd aan de Radboud University te Nijmegen.

Over zichzelf vertelt ze:
Van jongs af aan ben ik geïntrigeerd door beeld en de uitgestrekte mogelijkheden van het medium fotografie. Magisch vond ik het, dat foto’s de  mogelijkheid bieden om door de tijd te kunnen reizen. Het bestuderen van (oude) foto’s geeft op een andere manier inzicht over een bepaalde tijd(geest) dan wanneer je bijvoorbeeld literatuur leest. Daarnaast kun je momenten van ‘nu’ bevriezen en de toekomst in meenemen. En door zelf beelden te construeren en naar eigen hand te zetten, kun je ook iets meegeven van een toekomstvisie. Noem het hebzucht, noem het passie, maar ik wilde alle momenten graag verzamelen.

Toen ik in 2011 mijn eerste DSLR- camera kocht, ben ik gelijk 7 maanden naar het buitenland gegaan. Daar deed ik een soort christelijke kunstacademie. De camera zette ik op handmatige instellingen. Er was geen goede internetverbinding dus ik leerde met vallen en opstaan hoe de camera werkte. De foto’s o.a. werden ingezet ten behoeve van mensen die het minder hadden. Ik ontdekte de schoonheid van beeld als universele taal en leerde over de interactie met mensen voor mijn camera. Omdat visuele beeldtaal mij in het algemeen erg bezig hield, ben ik bij terugkomst een vooropleiding beeldende kunst gaan doen op de HKU. Nog voor die opleiding klaar was, ben ik toegelaten op de WDKA academie in Rotterdam.

Als ik geen inspiratie heb dan vraag ik de Heilige Geest om hulp. Dat is het makkelijke van christen zijn, ik krijg er altijd hulp bij van boven- die is trouwens voor iedereen beschikbaar. Hij leidt mij steeds een bepaalde kant op en bevestigt de projecten die ik aanga. Ik volg aanwijzingen op en laat me verrassen op het speelveld. Familie is een ontzettende drijfveer geweest, zij zijn er voor mij door dik en dun en een deel van hen heeft mij geïnspireerd met hun Nederlands-Indische en Molukse levensverhalen.

Van mezelf ben ik nogal perfectionistisch, iets dat goed samengaat met deze tak van sport maar ook lastig kan zijn als er veel gevraagd wordt. Tijdens de academie leidde dit vaak tot nachtelijke overuren – ik was hier overigens niet een uitzondering op. Maar voor het perfectionisme vraag ik nog regelmatig coaching om mijn werk met plezier te kunnen blijven doen.
Daarnaast ben ik hooggevoelig, dus snel overprikkeld in drukke omstandigheden. Met de huidige visuele beeldcultuur die als een trein doordendert (zoals op Instagram) moet ik mezelf beschermen om me niet al te veel in die wereld te begeven. Dat is wel lastig omdat er ook zoveel mooie dingen voorbij komen! Door de jaren heen heb ik geleerd dat het wel loont hier moeite voor te doen.

Na mijn afstuderen rolde ik anderhalf jaar van de ene naar de andere tentoonstelling. Een gave achtbaan, je weet nooit wat de volgende wordt. Dit kon ik ook doen omdat mijn man mij hierin op alle fronten ondersteunde. Het tweede jaar merkte ik dat de opdrachten die er naast kwamen een heel belangrijke bron van inkomsten vormde. Het derde jaar had ik minder geluk, de lockdowns haalden juist die inkomsten weg (jureren, lesgeven, workshops, evenementen fotograferen). Maar gelukkig had ik tijd en ruimte om een aanvraag uit te schrijven en kwam de steun in de vorm van een bijdrage voor ‘emerging artist’ van het Mondriaan Fonds net op tijd!

Vanaf het moment dat ik de camera oppakte, leerde ik heel natuurlijk dat er zoiets bestaat als visuele geletterdheid. Je kan fotografie zien als een vorm van communicatie: zoals taal die gesproken wordt. Het spreekt me aan dat je vaardigheden kunt ontwikkelen om beelden te leren lezen. Net als dat je in de literatuur conceptuele ideeën kan uitwerken, (kritische) gedachten kan overbrengen, zinnen kan ontleden, articuleren en verbanden kunt leggen, kan dit ook in fotografie. Dit kan op allerlei manieren en met verschillende uitgangspunten. Zo kan een fotoserie een wetenschappelijk getint karakter hebben en bijvoorbeeld onderzoekend, sec en documentair ingestoken worden. Maar een serie kan ook op een poëtische of abstracte manier betekenis krijgen en spelen met onze waarneming en fantasie. Ik ben vooral geïnteresseerd in een combinatie van beiden.

Spiritual Warfare

De vrijheden die het medium kenmerken (o.a. manipuleren en (de)construeren), brengen ook iets geheimzinnigs met zich mee en roept telkens vragen op: is wat we zien de werkelijkheid t.o.v. realiteit en wat doet dit ertoe? Het geeft aanleiding om na te denken en betekenis te geven. Je leert over de drijfveren van de persoon achter de camera en diens persoonlijke smaak. Zoals elke kunstvorm heeft het medium de kracht om direct op een emotioneel niveau aan te spreken. Zo geloof ik dat fotografie de kracht bezit om te verbinden of overtuigen. Ik begon mijn studie psychologie om mensen te kunnen begrijpen en helpen. Maar ik heb ontdekt dat daarvoor soms geen woorden aan te pas hoeven te komen.

Fotografie is mijn instrument geworden om erachter te komen wie mijn familie is en wat hen gevormd heeft. Omdat veel vragen onbeantwoord bleven, is het persoonlijke onderzoek geleidelijk aan ontwikkeld tot een maatschappijbreed en later wereldwijd onderzoek. Er kwamen steeds meer verbanden tevoorschijn.

Het gaf mij een ontzettende drijfveer om op te komen voor ongerechtigheid, zoals we zien bij achterstallige salarissen van KNIL militairen, ontoegankelijke stukken in het Nationaal Archief, de door de politiek verzwegen situatie van Molukkers in Nederland en Nederlands toedoen en nalatigheden als het gaat om overzeese (post)koloniale gebieden. Denk aan het negeren van morele verplichtingen door de politiek als het gaat om de schrijnende en jarenlange durende situatie met massamoord op Papua Nieuw Guinea.

Het is eigenlijk al af te lezen aan de titels van mijn series, inclusief het verloop en ernst van de reis voor mij:

“Spiced Inheritance” gaat over de zoektocht naar (visuele) sporen van Indonesië binnen mijn familie en wat mijn familie Indisch maakt. Dit begon vrij onschuldig maar er was al wel een zware ondertoon, ik wist niet precies waarom.

 “Verstikking van het Paradepaard”, 2017 gaat over persoonlijke ervaringen, pijn en verdriet binnen de Indische kringen in de context van Nederlandse politiek en hoe de overheid zwarte bladzijden uit de geschiedenis gecensureerd of omgebogen heeft in uitlatingen in de media.

In de video  “Ajoo, laten we dansen!” wilde ik eigenlijk af van de zwaardere materie en besloot ik kumpulans vast te leggen als mooi (en helaas verdwijnend) cultureel erfgoed. Het voelde als een taak om iets terug te kunnen geven aan de generaties voor mij om deze aangelegenheden vast te leggen, te vereeuwigen. De mooie en positieve kanten van het verhaal te belichten. Voor het nageslacht en voor de geschiedenisboeken. Met trots!

Ajoo, laten we dansen (klik op de foto voor het filmpje)

Zelfs mijn man leerde de potjoh potjoh dansen en aantal maanden lang waren elk weekend op pad. Maar de nostalgie had een bittere afdronk en als hooggevoelig persoon voelde ik aan alles dat er iets groters onder zat dat niet met elkaar besproken hoefde of kon worden. Zij wisten het allemaal. Waren ervaringsdeskundigen en een ieder had er iets van meegemaakt. Dus praten hoefde niet. Liever niet. Dus het was er, sudah…
Maar voor mij was het onuitgesprokene een wazige en zware emotie. Dus ik interviewde hen ter plekke en toen kwam dit videowerk tot stand. Het allermooiste vind ik dat een van de geïnterviewden na afloop aan de slag is gegaan met zijn trauma’s. Hij ging naar een praatgroep van Pelita en heeft al flinke stappen gezet in zijn helingsproces. Ik ben ontzettend trots op hem en zijn vrouw. We hebben nog af en toe contact.

Tijdens mijn afstudeeronderzoek kwam ik erachter dat ik eigenlijk evenveel Indonesisch bloed heb als Moluks (naast het Nederlands!) Mijn overgrootmoeder haar graf bij kamp Westerbork gaf aanleiding tot onderzoek. Nu kwamen ineens drie kanten van het verhaal in mijn eigen identiteit naar voren. Wat betekent dit voor mij? En waarom werd het Molukse bloed niet door iedereen gewaardeerd in mijn familie? Er volgde nog een intensief onderzoek…Naar Vaderlands geschiedenis, institutioneel racisme en de blik van Onszelf en de Ander.

“Viering van Ontkenning of het Onbestemd Exotische”, 2018
Werd gezien en genomineerd tot 1 van de 5 beste fotografie projecten van afgestudeerden aan kunstacademies in het jaar 2018, het Steenbergen Stipendium.
Het heeft veel aandacht gekregen in de kunstwereld en in grote musea en er is een hele golf jonge kunstenaars/ fotografen na mij gekomen die de strijdbijl heeft overgenomen. Ik ben blij dat ik net die 7 jaar daarvoor al voorzichtige stappen heb mogen zetten terwijl het publiek misschien nog moest wennen aan de pittige marinade.

Met de bijdrage van het Mondriaan Fonds heb ik in 2021 een artist-in-residency kunnen initiëren bij het AZC in Rijswijk. Ook was het mogelijk om een stagiaire aan te nemen en een atelier te huren. Ontzettend leerzaam en gezellig. We hebben samen met stichting de Vrolijkheid een mooie raam tentoonstelling neergezet bij showroom MaMa in Rotterdam.


Tijdens mijn residency op het AZC heb ik veel geleerd. Ik heb de tijd genomen om dit te laten bezinken en wil het nog graag visueel uitwerken tot een mooie fotografische serie.
Kort daarna kreeg ik een bijzondere baan als curator en programmamaker Nieuwe Kunst bij het Stedelijk Museum in Schiedam. Dat doe ik nu 3,5 dagen in de week. Een verlengde van mijn artistieke praktijk en ontzettend leerzaam en leuk!

Zie ook de website van Eliza Bordeaux