Erika Prins – Het Indische licht

Inleiding
Een staalkaart van de Nederlands-Indische samenleving aan de hand van unieke documenten: portretten uit de interneringskampen.
Deze portretten zijn van de hand van Elisabeth (Bep) Rietveld (1913-1999), kunstschilder, dochter van Gerrit Rietveld, en leerling van Charley Toorop. Na een stukgelopen huwelijk vertrok zij in 1938 naar Batavia om een nieuw leven te beginnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef Bep met haar kinderen in verschillende Japanse interneringskampen. Onder moeilijke omstandigheden maakte ze tientallen portretten van haar medegeïnterneerden, voor het overgrote deel van jonge kinderen. Het tekenen hield haar overeind.
Op basis van archiefonderzoek, egodocumenten en interviews tekent historica Erika Prins de verhalen achter al deze portretten op. Hoe waren deze families in Nederlands-Indië terechtgekomen? Hoe verdienden ze de kost? Hoe verging het hun tijdens de oorlog, en daarna? Prins plaatst deze verschillende levensgeschiedenissen, inclusief die van Rietveld zelf, in hun historische context. Het resultaat is een caleidoscopisch verhaal over een unieke periode in de koloniale geschiedenis.

Erika Prins studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte ruim vijftien jaar als onderzoeker bij de Anne Frank Stichting. Met haar eenmanszaak Het Historisch Bedrijf verricht ze geschiedkundig onderzoek.
Haar website: https://hethistorischbedrijf.nl/



In Het Indische licht (Uitgeverij AmboAnthos) laat Erika Prins aan de hand van portretten uit Japanse interneringskampen een dwarsdoorsnede zien van de koloniale samenleving in Nederlands-Indië.
Deze portretten zijn van de hand van Elisabeth (Bep) Rietveld (1913-1999), kunstschilder, dochter van Gerrit Rietveld en leerling van Charley Toorop. Na een stukgelopen huwelijk vertrok zij in 1938 met haar zoon Fons naar Batavia om een nieuw leven te beginnen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef Bep met haar kinderen in verschillende kampen. Onder moeilijke omstandigheden maakte ze tientallen portretten van haar medegeïnterneerden, voor het overgrote deel van jonge kinderen. Het tekenen hield haar overeind.

Op basis van archiefonderzoek, egodocumenten en interviews tekent historica Erika Prins de verhalen achter al deze portretten op. Hoe waren deze families in Nederlands-Indië terechtgekomen? Hoe verdienden ze de kost? Hoe verging het hun tijdens de oorlog en daarna? Erika Prins plaatst deze verschillende levensgeschiedenissen, inclusief die van Bep Rietveld zelf, in hun historische context. Het resultaat is een kaleidoscopisch verhaal over een unieke periode in de koloniale geschiedenis.
Pianostemmers, KNIL soldaten,bestuursambtenaren, mijnopzichters, planters, pakketvaarders – in de kampen kruisten hun levenspaden elkaar.

Het boek dat 350 bladzijden telt, bevat een inleiding, 52 afbeeldingen van portretten, een epiloog, een dankwoord, noten en een bibliografie. De portretten zijn door Bep Rietveld getekend tijdens haar verblijf in Nederlands-Indië van 1938 tot 1946. De schrijfster van het boek, Erika Prins, beschrijft bij elk portret de achtergrond, familiegeschiedenis en wederwaardigheden in de kolonie: de roerige tijden in Nederlands-Indië van vóór en tijdens de oorlog.
Erika Prins: Het boek bevat portretten van kinderen en vrouwen die Bep portretteerde in Nederlands-Indië kort vóór en tijdens haar gedwongen verblijf in de Japanse burgerkampen.
De portretten waren voor de bezitters een kostbare schat; vaak werden ze opgerold bewaard en verstopt. Niet alles is echter bewaard gebleven vanwege de ongunstige oorlogs- en klimaatomstandigheden. Bovendien was het papier dat ze in de kampen voorhanden had vaak van slechte kwaliteit. Ze maakte portretten op zo’n beetje alles wat ze maar kon vinden. Daarbij was ook het tekenen door de Japanners verboden.
Om een indruk te geven zijn in deze tekst een aantal portretten opgenomen.

Twee vrouwen geportretteerd in 1944 in Kramat (Batavia). Onbekend wie het zijn. Dit dubbelportret is gevonden in een kringloopwinkel. / © Stichting Elisabeth Eskes-Rietveld c/o Pictoright

Over het leven van Bep Rietveld wordt geschreven dat ze van kleins af aan schildert en tekent: stillevens en portretten. Zij is de dochter van de beroemde architect (en ontwerper) Gerrit Rietveld en leerlinge van de eveneens bekende Charley Toorop die grote invloed heeft gehad op de stijl van Bep Rietveld. Hiervan getuigen de priemende ogen in haar portretten. De anatomie van het lichaam interesseerde haar minder. Voor Bep Rietveld was observeren hoofdzaak; “kijken, zien, alleen maar zien” vertelde ze later. In haar portretten focust ze op mond, ogen en hoofdhaar.

Potloodtekening van Annie van Houten-Postema; augustus 1945;
gemaakt net voor of net na de bevrijding van Kampong Makassar.
© Stichting Elisabeth Eskes-Rietveld c/o Pictoright

In Nederland trouwt Bep Rieteveld met de eerdere minnaar van Charlie Toorop: Guus Seijler. In 1932 wordt hun zoon Fons geboren. Maar al een jaar later loopt hun huwelijk op de klippen.
Hoe Bep Rietveld precies naar Nederlands-Indië kwam is niet duidelijk. Wel dat ze in 1938 in Batavia aankomt met haar zoon Fons en in datzelfde jaar trouwt met haar tweede man, de musicus Dennis Coolwijk. In 1939 wordt uit dit huwelijk hun dochter Vrouwke geboren en in 1941 hun dochterje Elsie. In maart 1941 houdt Bep Rietveld (toen nog zwanger van Elsie) met zes andere vrouwen een tentoonstelling in de Kunstkring van Batavia, waarna de tentoonstelling reizend andere steden aandoet. Aan de kinderen van het culturele establishment gaf Bep Rietveld tekenles.

In Januari 1942 vallen de Japanners Celebes, Borneo, Sumatra, Singapore, Malakka en Bali binnen. Begin maart 1942 capituleert Nederland: topambtenaren, managers van het bedrijfsleven en militairen worden direct geïnterneerd. In de zomer van 1942 begint de internering van vrouwen en kinderen. In eerste instantie duikt Bep Rietveld onder, maar dat lukt haar tot eind mei 1943. Ze wordt in de loop van de volgende 20 maanden naar verschillende kampen gestuurd. In de kampen is het leven zwaar en dat werd erger toen de kampen in april 1944 onder militair regime werden geplaatst. Jongens van 10 jaar en ouder moesten uit de vrouwenkampen vertrekken, zo ook Fons. Bep Rietveld maakt de dag vóór zijn vertrek nog een portret van hem.

Portret van Fons Seyler (1944). Kamp Kramat (Batavia)
© Stichting Elisabeth Eskes-Rietveld c/o Pictoright

In augustus 1945 capituleert Japan en roepen Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid uit. OP dat moment voelden de Indonesische paramilitaire organisaties en bendes zich vrij om (soms) extreem geweld in te zetten tegen (Indische) Nederlanders en andere niet-inlanders zoals de Chinezen en andere Europeanen, maar ook tegen van ‘collaboratie’ met het Nederlandse gezag verdachte inlanders, zoals Molukkers (Bersiap periode).
De geïnterneerden moesten na de capitulatie voor hun veiligheid nog enige maanden in de kampen verblijven. Ironisch genoeg nu onder bewaking van Japanners, daar de geallieerden deze functie niet overal direct konden overnemen. Ook in deze moeilijke periode maakte Bep Rietveld nog portretten van de kampbewoners.

Dan volgen de zogenaamde ‘politionele acties’ maar in december 1949 erkent Nederland uiteindelijk de onafhankelijkheid van Indonesië. Maar al in februari 1946 verlaat Bep Rietveld, inmiddels herenigd met Fons, met haar kinderen Batavia. Het huwelijk met Dennis Coolwijk hield geen stand.
In Nederland krijgt Bep Rietveld met haar drie kinderen voor korte tijd onderdak bij haar ouders, die het echter niet aankonden om voor hen allen te zorgen. Al spoedig moest ze de kinderen her en der onderbrengen bij familie en vrienden. Zelf had ze een zwervend bestaan totdat ze in de loop van 1948 een huis kon huren en dit met de kinderen kon betrekken. In haar werken komen die nare ervaringen uit de kampperiode niet terug; ze heeft ze ‘verdrongen’ zegt ze. Ze gaat door met tekenen. Misschien moest ze in Nederland opnieuw wennen aan het licht dat zo anders is dan het Indische licht.
In 1948 trouwt Bep Rietveld voor de derde keer, nu met Derk Eskes. Ze krijgen drie dochters: Martine, Eva en Elisabeth.

Dubbelportret van Dick en Frits Legger; Batavia; oktober 1945.
© Stichting Elisabeth Eskes-Rietveld c/o Pictoright

Erika Prins
Het Indische licht

Ambo/Anthos Amsterdam 2024
ISBN 978 90 263 6285 9

Het verzamelde werk van Bep Rietveld is te zien op de website
https://bep-rietveld.nl/

Naar Begin