Jeroen Krul ²

Jeroen is voortdurend op zoek naar de balans tussen illustratie en verhaal. Daarvoor gebruikt hij zowel analoge als digitale methoden en vaak gecombineerd. De laatste jaren gebruikt Jeroen zijn Indische roots als input voor zijn persoonlijke projecten. Zijn Indische afkomst inspireert hem om andere verhalen en culturen te ontdekken die hij en zijn illustraties al vele jaren beïnvloeden. 

Zijn werk bestaat uit eigen geïnitieerde projecten en freelance werk voor verschillende opdrachtgevers. Hij maakt illustraties, muurschilderingen, infographics en logo’s voor allerlei klanten en doeleinden. Daarnaast begeleidt hij ontwerptrajecten voor jong en oud.
Momenteel combineert hij zijn werk met zijn baan als illustrator bij information designbureau Clarify.

Opa en oma
‘Jeroen, kom eens. Kan je mij helpen in de keuken?’

Jeroen had toen nog niet zo door hoe vaak oma hem betrok bij haar passie. Langzamerhand, door de jaren heen, groeide bij hem het besef dat die ‘passie voor koken’ een onderdeel was van haar Indische roots en uiteindelijk ook van hem. Niet alleen koken nam Jeroen van haar over, ook het tekenen heeft zij niet van een vreemde. De liefdevolle jeugd bij opa en oma thuis was een voedingsbron voor zijn creativiteit.

‘Ik kon niet anders meer dan mijn gevoel volgen. Daarna wist ik het zeker. Een deel van mijn achtergrond zat verweven in mijn werk.’

Tijdens zijn afstudeerjaar worstelde Jeroen met het ‘verwerken’ van zijn persoonlijke verhaal in de strenge omgeving van de Academie. De Indische cultuur kwam niet voor het eerst ter sprake. Soms kwam dat zo dichtbij, dat het ten koste ging van zijn creativiteit. Hoe verbeeldde je die ontastbare wereld van het Indische en voorkwam je dat je in clichés verviel? Zijn afstudeerproject kon toch niet over ‘nasi goreng’ gaan!

‘Een jaar lang voelde het alsof ik constant aan het rennen was en hier en daar een goede indruk hoopte te maken op mijn docenten. Pas na mijn afstuderen begon ik weer plezier in tekenen te krijgen. Toen snapte ik eigenlijk pas wat mijn docenten bedoelden met hun opmerking om het dichter bij mezelf te zoeken’.

In de jaren die volgen werkte Jeroen aan verschillende projecten die in verbinding staan met zijn afkomst.

SPEKKOEK
Vanwege zijn fascinatie voor culturele veranderingen door invloeden van buitenaf, start Jeroen een onderzoek naar zijn eigen Indische roots. Al snel komt hij terecht in de welbekende maalstroom van Indische clichés en merkt dat dit niet zijn manier is hoe hij daarmee aan de slag wil gaan. Hij besluit zijn project op precies dezelfde manier vorm te geven als de zoektocht naar zijn Indische roots, en die zoektocht te visualiseren.

‘Het belangrijkste wat ik ontdekte tijdens het project was hoe verschillend ik naar de Indische cultuur kon kijken. Sinds mijn oma en opa in gezondheid achteruit zijn gegaan, en inmiddels overleden, kon ik meer afstand nemen van die Indische cultuur om die vanuit een breder perspectief te kunnen ervaren. De ene keer wilde ik er alles van weten, de andere keer voelde ik me er ongemakkelijk onder en vond ik alles zelfs vermoeiend. Wéér die Indo’s, wéér die gevoelens van heimwee naar Indië. Dit project moest over mij gaan en dat zou vast en zeker ergens botsen met de visie van een of meerdere andere Indo’s. Toen besloot ik het project SPEKKOEK te noemen. Spekkoek maak je ook niet in een keer. Je bakt laagje voor laagje en eet het dan voorzichtig op. Als twee werelden van herkenning en vervreemding.’

Het resultaat van zijn project Spekkoek is verschenen in een gebundelde visuele reportage, waarin Jeroen in verschillende settings de Indische cultuur analyseert. Het boek begint bij vroeger, het alom bekende vroeger van vele Indo’s. Vervolgens gaat hij vanuit ‘thuis’ naar ‘buiten’, de maatschappij in, en bekijkt op welke manier de Indische cultuur nog aanwezig is. Hij doet hier, naast het maken van illustraties, tekstueel verslag van en schrijft op wat hij denkt. Hoe kort en vluchtig soms ook, het blijft puur en direct. Aan het eind van het boek beschrijft hij waarom hij zich niet wil verantwoorden voor dé Indische cultuur, simpelweg omdat die ‘zo divers en breed is, dat je niet van één cultuur kunt spreken’.

‘Cultuur verandert continu en dat maakt het zo mooi. Toch was ik erg opgelucht toen het project Spekkoek afgerond was. Mijn zoektocht voelde soms zo geforceerd dat het ‘Indische’ ver te zoeken was. Door er niet teveel mee bezig te zijn komt de Indische cultuur soms mooier langs, dan wanneer je er teveel mee bezig bent.’

Na zijn laatste project besluit Jeroen eindelijk zijn langverwachte reis naar Indonesië te maken. Samen met zijn vriendin zal hij anderhalve maand door Indonesië reizen. Een mooie ervaring volgens Jeroen, vooral omdat er in eerste instantie niks op zijn plaats viel. Door zijn enorme hoge verwachtingen, met een kersvers project achter de rug, blokkeert hij in het begin.

‘Ik liet niet alles toe wat ik zag. Ik was zo erg op zoek naar herkenning met thuis, dat ik vergat dat ik mij in een enorm prachtig land bevond. Na een paar dagen besefte ik dat en liet ik het zoeken los. Het bracht mij veel meer dan ik van tevoren had gedacht. Dit was niet het land uit opa en oma’s verhalen. Ook zij kennen een ander land. Het thuisgevoel ligt thuis, in Deventer. En alles wat hier aan verhalen ligt begraven moet met rust gelaten worden. Op die manier kan ik er, als derde generatie Indo, veel meer mee dan dat ik blijf hangen in vroeger. Niet dat dat onbelangrijk is, maar soms moet je verder en neem je die ervaringen mee die voor jou persoonlijk belangrijk zijn.’

KOPPIE TOEBROEK

Tijdens zijn bijzondere reis door Indonesië besluit Jeroen er ter plekke verslag van te doen. Dit resulteert in een tweede boek genaamd ‘Koppie Toebroek’, gebaseerd op de vrije vertaling van koppie toebroek, namelijk ‘botsende koffie’.

Dit boek gaat over de verhalen van vroeger, de woonplaatsen van opa en oma, het graf van opa’s vader, maar vooral ook over dat mooie land, dat zorgt voor ‘een mix aan gedachtes’. Het botsen van de verschillende culturen en de hoogstaande verwachtingen staan hierin op de voorgrond. De verwachtingen die heb werden voorgehouden over een land dat niet meer bestaat, zorgde ervoor dat hij in eerste instantie erg zoekende was. Pas na het roost-reis gedeelte kon hij met een open blik kijken naar het prachtige land. In dit tweede visuele reportage gebruikt Jeroen dezelfde methodiek, namelijk het bundelen van indrukken.

Hollandia

In de periode na Koppie Toebroek is Jeroen bezig geweest met het onderzoeken van de Indische cultuur vanuit een historisch perspectief. Er ontstond een wens om in te zoomen op de Bersiap.

Vanwaar de interesse om na het visualiseren van de Indische cultuur in Nederland vandaag de dag (Spekkoek) en de reis in Indonesië waar je zo streng vertelde dat je klaar was met naar vroeger refereren (Koppie Toebroek), ineens alsnóg bezig te gaan met de Bersiap als onderwerp?

‘Het voelt alsof ik dit niet onaangetast kan laten liggen en het maar negeren. De complete mysterie rondom de stiltes van opa is inmiddels zo normaal geworden dat je bijna vergeet om te raden wat er nu echt gebeurde.’

Er is al zoveel bekend over die tijd. Waarom moest Jeroen als illustrator er dan nog mee bezig gaan? Jeroen had het gevoel dat het verhaal van opa nog behandelt moest worden. Niet zozeer om anderen te overtuigen wat de impact van die periode is geweest, dat begint langzaam te dalen in de maatschappij. Juist omdat hij opa’s verhaal zodanig belangrijk vind dat hij het een keer wilt vastleggen en hoopt dat andere mensen hier herkenning in kunnen vinden of zelf met hun roots aan de slag gaan. We gaan komende jaren naar een fase toe waarin de eerste generatie indo’s niet meer met ons zijn. Dit is het moment om die laatste elementen van hun jeugd mee te nemen en om te zetten in een nieuw project.

Tot dat zijn oma kwam te overlijden. Hierdoor ontstond de wens om niet puur op de Bersiap te focussen maar juist het hele verhaal van opa en oma in Nederlands Indië en de geboorteplaats van zijn vader; Hollandia, Nieuw-Guinea. Hierin is plaats voor zowel de positieve als negatieve delen van die periode. Het idee voor zijn boek is ontstaan.

Ditmaal probeert hij meer te ontdekken over het leven van zijn opa door dieper in te duiken in zijn familiegeschiedenis.

Door het overlijden van zijn oma, de achteruitgang van zijn opa’s gezondheid én het wegvallen van de eerste generatie Indo’s is Jeroen zelf op zoek gegaan naar antwoorden. De herinneringen van zijn opa worden zo aangevuld met eigen ontdekkingen. Dit resulteert in het beeldverhaal “Hollandia”. Daarin schetst Jeroen het leven van zijn grootvader vanaf zijn geboorteplaats tot en met zijn verblijf in Hollandia op Nieuw Guinea. Dat doet hij door middel van een fictief driegesprek tussen zijn opa, zijn vader en hijzelf.

STAMPPOT MET SAMBAL

In zijn laatste project kwam Jeroen in contact met Monique Boon. Monique had een kinderboek geschreven en kwam Jeroen tegen door een oproep in de Moesson. Daarin sprak Jeroen de wens uit om ooit een Indisch kinderboek te illustreren. Een match made in heaven. Een mooie samenwerking volgde en het boek werd in september 2021 uitgegeven door Stichting Tong Tong.

Een bezoek van het jongetje Milo aan zijn Indische oma staat centraal in dit boek. Het verhaal haalt allerlei dierbare herinneringen naar boven over een Indische oma en alles wat daarbij hoort. Voor Indische ouders, maar ook voor de oma’s en opa’s die voorlezen, is het boek een manier om met hun kinderen terug te blikken naar de sfeer die zij bij oma thuis ervoeren. Het gaat over de dingen die haar bijzonder maken, anders dan andere oma’s, omdat zij Indische roots heeft.

In woord en beeld schetst Stamppot met Sambal deze Indische gewoontes, gebruiken en taal die vele generaties nog kennen van bij oma thuis. En vaak is dit erfgoed dat vele jongere mensen met Indische achtergrond nu zelf omarmen, toepassen, gebruiken of als herinnering aan de muur hebben hangen. Het verhaal van Milo, verteld door Monique Boon en geïllustreerd door Jeroen, is een middel om dit door te geven aan de volgende generaties.

Onlangs werkte Jeroen samen met het educatie team van het Rijksmuseum aan de Teekenschool TakeOver, waar leerlingen van het Edith Stein college in Den Haag aan de slag gingen met het maken van hun eigen posters. Dit naar aanleiding van de expositie ‘Revolusi!’ in het Rijksmuseum.

De komende periode gaat Jeroen verder met onderzoeken van mogelijke onderwerpen voor een nieuw project. Kijk voor meer informatie over zijn boeken, illustraties en ander werk op www.jeroenkrul.nl, het boek Stamppot met Sambal is verkrijgbaar via https://stichtingtongtong.nl/stamppot-met-sambal/