[Klik op een afbeelding voor een vergroting]
![]() |
Wij spraken met Sabine Waney over het ‘doek’ dat zij heeft geërfd van haar overleden oma Margaretha (Greet) de Raadt-Apell, geboren in 1911 in Fort de Kock (Bukittinggi Sumatra).
Het doek betreft een sarong voor vrouwen.
Het doek is professioneel ingelijst en zo kwetsbaar, dat we het niet uit de lijst wilden halen.
![]() |
![]() |
Meer informatie over het doek konden we inwinnen bij een vriendin van haar oma, mevrouw Alit Djajasoebrata, destijds conservator Indonesië verbonden aan het toen zo geheten Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam, nu WereldMuseum. Van deze informatie hebben we met plezier gebruik gemaakt.
Volgens mevrouw Alit Djajasoebrata is het heel waarschijnlijk dat de sarong afkomstig is uit Zuid-Oost Sumatra (Lampung). Deze streek is rijk geworden door de verbouw van peper. Er ontstond een ‘potlatch’ cultuur (een term die afgeleid is van de cultuur van de vroegere NW-kust Indianen van Noord Amerika) en betekent ‘gift’ of ‘geven’. Het staat voor het ceremonieel schenken van bezit. Deze cultuur heeft eeuwenlang als bindend ritueel gefunctioneerd bij de indianen.
![]() |
![]() |
![]() |
De sarong stamt uit begin 20e of eind 19e eeuw. Waarschijnlijk heeft Greet de Raadt het doek gekocht van een rondreizende ’pedlar’, een Indonesiër die met zijn spullen in manden aan een draaglat rondtrok, en zijn waren vooral aan blanke mevrouwen sleet (een soort marskramer). In westers gemeubileerde huizen zag je deze doeken vaak aan de muur hangen als muurdecoratie (zie over dit onderwerp bv de (foto)boeken van Hein Buitenweg).
Deze sarong is volgens mevrouw Alit Djajasoebrata geen topstuk, maar wel bijzonder. Ze twijfelt wel aan de stukjes gekleurd vilt in de ‘hartjes’ van de bloemmotieven en kan zich voorstellen dat Greet die zelf aangebracht heeft (maar dat weet ze niet zeker!).
Mevrouw Alit Djajasoebrata vertelde dat ze Greet de Raadt-Apell voor het eerst ontmoette in het museum in Rotterdam. Greet verzamelde gegevens over Indo-Europese batik(sarong) entrepreneurs (allemaal vrouwen), die de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw op Java werkzaam waren geweest. Zij heeft daar uiteindelijk een baanbrekend werk over geschreven: ‘De batikkerij Van Zuylen te Pekalongan’.
![]() |
![]() |
In de inleiding van het boekje schrijft Greet de Raadt-Apell dat zij zich nog levendig de oude Javaanse batikverkoopsters herinnert. De kleurige doeken werden over de tegelvloer van de achtergalerij uitgespreid en de vrouwen zaten er genietend over gebogen. De sarong werd om het lichaam bevestigd met een gekleurde buikband (oedit). Aan die band bevestigde haar moeder met een zilveren haak een sleutelbos. Dat was een Indische gewoonte, net als de witte kabaja, die erbij gedragen werd.
[Afbeeldingen niet te vergroten]